A.C. Baantjer - De Cock en de kus des doods
Detective
Fragment
[...]
'Rechercheur Jurre de Cock kwam de hal van het politiebureau aan de Warmoesstraat binnen en sloeg de regendruppels van zijn oude vilten hoedje.
Hij had een kort onderzoek gedaan naar een jonge Duitse vrouw die was gevonden in een oude loods en was gestorven aan een overdosis.
Een treurige zaak van het soort dat hij de laatste jaren gelukkig steeds minder aantrof, maar dat in zijn beginjaren aan de Warmoesstraat een dagelijkse realiteit vormde.
Hij was er echter nooit aan gewend geraakt en ook deze avond had de aanblik van de jonge vrouw en haar droevig lot hem gedeprimeerd.
Hij slofte vermoeid naar de stenen trap, toen de wachtcommandant zijn hoofd om de hoek van de balie stak.
‘De Cock!
Zet je hoedje maar weer op.
De meldkamer komt net door met een gevalletje voor je in de PC.’
‘De P.C. Hooftstraat?
Kan de Lijnbaansgracht daar niet heen?’
‘Geen capaciteit.
Die gasten hebben hun handen vol.’
De Cock zuchtte.
‘Wij gelukkig niet…’
Hij zette zijn slappe, natte hoedje weer op zijn hoofd...'
[...]