John Vermeulen - De oplichters
Thriller
Fragment:
[...]
'Hij zag de man tien meter verder kaarsrecht naar een grote witte auto lopen.
In de wagen zat iemand achter het stuur te wachten.
Deze laatste schrok zichtbaar toen hij Ansen in het oog kreeg.
Waarna de andere man omkeek en het op een spurt zette naar de auto.
Ansen begon eveneens te rennen.
Hij zou zijn slachtoffer kwijtgeraakt zijn, als deze niet even geknoeid had met de deurkruk van de auto.
Nu kreeg hij hem met een indrukwekkende sprong te pakken.
Ze rolden samen in de goot.
Ansen kwam een beetje ongelukkig terecht zodat de ander eerder overeind was dan hij.
De man haalde hard uit met zijn rechtervoet.
Ansen dook opzij, greep de aansuizende voet met beide handen beet en draaide.
De ander verloor voor de tweede keer zijn evenwicht en sloeg zwaar tegen de grond.
De volgende seconde zat Ansen boven op hem.
Hij nam de man met een arm in een wurgende houdgreep.
Met zijn vrije hand viste hij in een snelle beweging zijn eigen portefeuille uit de jas van de zakkenroller.
‘Je deed het niet slecht,’ zei hij een beetje hijgend.
‘Maar je stijl is nog niet helemaal perfect.
|Oefenen, jongen, veel oefenen.’
Hij zocht snel naar andere papieren in de zakken van zijn slachtoffer.
Er was niets te vinden.
Het brullen van een zware automotor deed hem opkijken.
De grote witte wagen kwam recht op hem af.
Hij dook opzij.
De auto schepte met de bumper de half overeind gekomen zakkenroller en slingerde hem meters ver.
Daarna ging hij er met gillende achterwielen vandoor...'
[...]