J.T. Edson - De wet van de vijf

WildWest-roman

 

Fragment 

[...]
"Hé, jij daar, zadelzwerver!" 

Red deed of hij de man niet hoorde, maar een spiertje trilde even in zijn kaak.
De man herhaalde zijn woorden en Red keerde zich langzaam om en bekeek hem van hoofd tot voeten.
Toen schokschouderde hij, alsof de man zijn aandacht niet waardig was, en keerde zich weer naar de bar.
De man staarde even naar Reds rug.
Toen greep hij Red met een vloek bij de arm.
Dat was onverstandig van hem.

 

Red keerde zich sneller om dan de man kon trekken, zodat deze zijn evenwicht verloor.
Toen schoot Reds rechtervuist uit.
Het hoofd van de man schokte terug.
Hij tuimelde achterover en kwam spartelend op de vloer neer.
Zijn twee vrienden sprongen overeind en hun handen flitsten naar hun colts...

 

Brick en Stan waren verrast door het verschijnen van de jongeman, die eigenlijk tot moes geslagen in het schoolgebouw moest liggen.
Stan was de eerste die tot zijn positieven kwam en zijn hand klauwde naar zijn schietijzer.
Een halve seconde later was hij dood.

 

Keleney staarde ontzet naar Stans ontzielde lichaam en snauwde dan :
'Haal de marshall!'

'Hij zit in de gevangenis, Keleney.
En daar ga jij ook naar toe,' antwoordde Dusty.
Keleney keek naar de kleine man die eensklaps de grootste leek in de gelagkamer.

'Waarvoor?' vroeg hij met schorre stem.

'Medeplichtigheid aan moord.
De onderwijzer die je hebt laten afranselen, is gestorven.
Ik heb dit telegram juist uit Brownsville gekregen.'


'Laten we hem opknopen!' schreeuwde een man.
De omstanders begonnen dreigend op te dringen.
Keleney riep angstig: 'Hou ze tegen, vreemdeling.
Ik beken alles... als je ze maar tegenhoudt!'
[...]