Janet Frame - Een engel aan mijn tafel
Roman
Fragment:
[...]
'Mijn eerste week aan de kweekschool van Dunedin verliep minder pijnlijk dan ik had verwacht, omdat ik mijn nieuwzijn deelde met heel wat anderen die zich onwennig voelden en die er allemaal naar verlangden zich zo snel mogelijk het air van de zelfverzekerde student eigen te maken.
De docenten, die lang niet zo afstandelijk waren als de volwassenen die ik daarvoor had gekend, verbaasden me door hun inzicht wanneer ze begrip toonden voor onze gevoelens bij hun pogingen ons op soepele wijze in te passen in de rol van student. Ze spraken ons aan met meneer of juffrouw en in sommige gevallen met mevrouw; omdat de oorlog nog niet voorbij was, waren er maar weinig mannen en die werden algauw opgeëist door de knappe blondines, terwijl de anderen, onder wie ik, overleefden door te dagdromen over wat nog zou kunnen komen en onze adoratie te richten op de knapste docenten.
Ik voelde voor het eerst iets van zelfvertrouwen toen ik de nieuwe woorden hoorde die ik ook algauw zou gebruiken, maar die ik nu nog benaderde met ontzag en angst voor familiaire verwijzingen en afkortingen.
Hoewel de andere nieuwe studenten het met groot gemak hadden over 'de kweek', 'de uni', 'Party' (voor meneer Partridge, de directeur) en lessen in 'litkrit', kon ik mezelf er niet toe brengen die magische woorden uit te spreken.
Het geleidelijk leren van het taalgebruik, de opvattingen en regels voor gedrag en kleding, bracht een euforie van erbij-horen in me teweeg, die tegelijkertijd werd versterkt en afgezwakt door mijn eigenlijke gevoel van isolement.
In afwachting van de komst van het docentencorps en 'Party' begonnen de tweedejaarsstudenten tijdens de ochtendbijeenkomst op donderdag ‘hun’ lied te zingen, dat binnenkort van ‘ons’ zou zijn:
O, de koster zakte af
O, de koster zakte af
en ging bidden in de kelder
en daar werd hij behoorlijk zat
en bleef dat de hele dag
(en bleef dat de hele dag)
O, de koster zakte af
en ging bidden in de kelder
en daar werd hij behoorlijk zat
en bleef dat de hele dag
O, nooit zal ik de Heer nog bezwaren …
O, de duivel die heeft
(O, de duivel die heeft)
de aard van een hypocriet …
Als je de taal van de duivel wilt leren,
Doe dan niet de wil des Heren …'
[...]