Henrietta Wijler - Het mysterie rond Dr. Radelus
Detective
Fragment
[...]
'Ik zuchtte.
Het was zulk heerlijk weer, ik had heel weinig lust in een lange werkdag, alleen onderbroken door een kleurloze koffiemaaltijd met Nel.
En toen een uur later de patiënt, die om elf uur had zullen komen, afbelde, besloot ik naar de kliniek te telefoneren, dat ik verhinderd was en ook de bus naar Bosbergen te nemen.
Ik zou met Gert dan nog even het geval Storm bespreken, bij hem koffiedrinken en ’s middags met Ada een wandeling door de bossen maken.
En zo kwam het, dat ik Ellen weer aantrof om ongeveer dezelfde tijd als vorige dag, in dezelfde houding, op dezelfde plaats en in dezelfde omgeving.
Alleen stonden nu de tuindeuren open.
Ze liep me verheugd tegemoet.
‘O Bart, wat ben ik blij, dat je er bent, ik was zo ontzettend gedeprimeerd!’
‘Waarom dan wel?’ vroeg ik.
‘Bart’, zei Ellen, en nu pas zag ik, dat ze gehuild had, ‘ik heb er genoeg van, meer dan genoeg.’
‘Maar wat is er dan toch gebeurd’, vroeg ik, ‘hebben jullie ruzie gehad?’
[...]